Wetsvoorstel macrodoelmatigheid mbo

Reactie

Naam ROC ID COllege (O de Jong)
Plaats Gouda
Datum 5 september 2013

Vraag1

Volstaat het wetsvoorstel om te zorgen voor goede aansluiting van het mbo-onderwijs op de arbeidsmarkt en een evenwichtige spreiding van het opleidingenaanbod?
Het wetsvoorstel voldoet niet aangezien het wetsvoorstel van de onjuiste veronderstelling uitgaat dat een evenwichtige spreiding van het opleidingenaanbod bijdraagt aan een goede aansluiting van het mbo-onderwijs op de arbeidsmarkt. Er is geen enkele reden te bedenken voor een dergelijk oorzakelijk verband.

Aansluiting van mbo-onderwijs op de arbeidsmarkt wordt gevonden in een intensieve samenwerking onderwijs en bedrijfsleven zowel op landelijk als plaatselijk niveau. Een samenwerking die bovendien gekenmerkt dient te worden door slagvaardigheid. Zodra wet- en regelgeving daar een rol in gaan spelen (bijvoorbeeld bijstellen kwalificatiedossiers) is adequaat handelen nauwelijks meer aan de orde.

Een evenwichtige spreiding van het opleidingenaanbod veronderstelt bovendien dat alles in de samenleving “geregeld” kan worden. Sommige zaken laten zich niet regelen door wet- en regelgeving. Daarvoor spelen er te veel belangrijke verschillende belangen en ontwikkelingen die elkaar soms uitsluiten. Hoe de arbeidsmarkt zich in een bepaalde regio ontwikkelt is zowel kwantitatief als kwalitatief niet te voorzien

Vraag2

Wat zijn (wetteljike) belemmeringen die onderwijsinstellingen ervaren bij samenwerking met andere instellingen, met tot doel te zorgen voor een meer doelmatig opleidingenaanbod?
Wettelijke belemmeringen spelen er niet in de samenwerking met andere instellingen. Wel spelen er andere belemmeringen zoals bijvoorbeeld gezonde concurrentie. Een concurrentie niet zozeer gevoerd op marktaandeel in een bepaalde regio maar een concurrentie op kwaliteit van onderwijs.