Wetsvoorstel afschaffen verplichte maatschappelijke stage

Reactie

Naam PEP (drs. B. Verberne)
Plaats Den Haag
Datum 11 juni 2013

Vraag1

Wat vindt u van de voorgenomen verandering van de wettelijke verplichting tot het doen van een maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs naar de mogelijkheid voor scholen om de maatschappelijke stage als facultatief programmaonderdeel aan te bieden?
Afbreuk van gedane investeringen

Als stagemakelaar vindt PEP het bijzonder jammer dat de verplichting van MaS wordt afgeschaft. Zoals een Haagse scholier zo mooi opmerkte tijdens een radio-interview: “Vrijwilligerswerk? Ja, als het moet doe ik het wel.” Voor deze leeftijdscategorie is dat de spijker op zijn kop. Scholieren zijn vooral bezig met het halen van cijfers en met het ontdekken van zichzelf. MaS is voor hen in eerste instantie iets dat “moet van school”. Maar als ze eenmaal bezig zijn, ontdekken ze hoe leuk het kan zijn je in te zetten voor een ander. Wat ze vaak later pas merken is dat ze er ontzettend veel aan hebben. Ze ontdekken talenten waarvan ze nog niet wisten dat zij ze in huis hadden en ervaren dat hun inzet waardevol kan zijn voor anderen. Docenten geven aan dat ze de houding en het zelfvertrouwen van hun leerlingen zien verbeteren in de loop van hun MaS. Ze leren de verschillende gezichten van de stad kennen en krijgen met doelgroepen te maken waarmee zij via een andere weg niet in contact zouden zijn gekomen. Met de opgedane MaS ervaringen versterken jongeren bovendien hun identiteit. Ze kunnen makkelijker schakelen tussen verschillende rollen en leren om te gaan met nieuwe situaties, mensen en omgevingen.

Onderzoek wijst uit dat scholieren tijdens MaS (sociale) vaardigheden ontwikkelen waarvoor binnen het reguliere onderwijsprogramma anders weinig tot geen tijd is. Voor (Haagse) jongeren kunnen deze vaardigheden later het verschil maken tussen het wel of niet vinden van een baan. Bovendien is MaS een bewezen investering in de toekomst van het vrijwilligerswerk. 20 tot 25% blijft actief als vrijwilliger. Aangezien vrijwel alle maatschappelijke organisaties met bezuinigingen kampen, wordt vrijwillige inzet steeds essentiëler voor het voortzetten van hun kernactiviteiten. Het sociaal rendement van vrijwilligerswerk levert kapitaal op dat de samenleving niet kan missen, juist in economisch barre tijden. Dat de verplichting van MaS al zo snel na de invoering wordt afgeschaft vindt PEP een vorm van zigzagbeleid die afbreuk doet aan nuttige investeringen die scholen, vrijwilligersorganisaties en stagemakelaars hebben gedaan.

Het slot van dit betoog mag duidelijk zijn: PEP, Participatie Emancipatie Professionals, vindt Maatschappelijke Stages zo waardevol dat ze een verplicht onderdeel moeten blijven van het curriculum van middelbare scholieren!