Klimaatplan en INEK

Reactie

Naam Heidi Atmopawiro
Plaats AMSTERDAM
Datum 4 oktober 2019

Vraag1

- Algemeen -

Het centrale doel in het klimaatbeleid, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, raakt aan het leven van alledag. Zo gaan we onze huizen anders verwarmen en gebruiken we andere vormen van energie. De transitie is daarom in de eerste plaats een maatschappelijke transitie. Burgers en bedrijven staan voor een reeks beslissingen die van invloed zijn op hoe we wonen, ons verplaatsen, wat we eten, de producten die we kopen, hoe we ons geld verdienen. Iedereen kan dus bijdragen aan de transitie. De overheid wil burgers en bedrijven hierbij zoveel mogelijk ondersteunen.

Vraag 1a: Wat zijn volgens u de belangrijkste aandachtspunten bij de uitvoering van het klimaatbeleid?

Vraag 1b: Hoe kijkt u aan tegen de rollen van verschillende partijen in de transitie (burgers, bedrijven, overheid, kennisinstellingen, NGO’s, etc.)?

Klimaatbeleid moet rechtvaardig en sociaal aanvaardbaar zijn, de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten, en solidair. Veel aandacht moet hieraan gegeven worden in media en het onderwijs; burgers die al heel lang duurzaam bezig zijn, (nog meer) aandacht en waardering geven, evt. ondersteunen als/wanneer zij wellicht ook hun eigen omgeving verder kunnen informeren, inspireren, ondersteunen. De klimaat- en ecologische crisis is vooral een gevolg van onze Westerse leefstijl met bijbehorende ecologische voetafdruk--> gepaard met groeiende ongelijkheid hierin. Dus een fundamentele aanpassing betekent ondermeer aanpassing van onze dagelijkse gewoontes en gedrag. Hier moet op alle lagen, structureel dus langdurig, in de samenleving aandacht aan gegeven worden, van lager onderwijs tot middelbaar en hoger onderwijs, op werkplekken, in buurthuizen, bibliotheken en andere ontmoetingsplekken. Een te groot deel van de bevolking is nog onwetend over de samenhang tussen ons (gemiddelde/gangbare) consumptiepatroon en het effect op en verband met CO2-uitstoot, de watervoetafdruk, milieuvervuiling, en uitbuiting van burgers in eigen land en andere landen, wat een uitvloeisel is van hoe wij de maatschappij met zijn allen ingericht hebben c.q. het neoliberale kapitalistische systeem. Challenges die burgers stimuleren in de transitie naar kwalitatief beter, minder vervuilend gedrag, zoals anders eten, lager energieverbruik, andere vormen van transport (niet/veel minder vliegen en autogebruik). Grote vervuilers belasten, en/of stimuleren in de transitie naar duurzaamheid. Op weg naar een DONUT-ECONOMIE, naar Kate Raworth. Waardeer en stimuleer Permacultuur, CSA's (Community supported agriculture), Voedselbossen, bescherm natuur, PLANT BOMEN, en vruchtbare landbouwgrond voor regeneratieve agricultuur. Ook het openbaar groen kan kwalitatief beter en eetbaarder, voor zowel mens als dier, geef burgers ook de ruimte daaraan bij te dragen, waardeer dat. Stimuleer Klimaatgesprekken en activiteiten waar ecologie, leren van de natuur, natuurverbinding het thema zijn. Er zijn ook veel lowtech-alternatieven, niet blindstaren op high-tech, bv composttoiletten. Roofbouw op de aarde, en op mensen moet stoppen.

Vraag2

- Strategie voor de lange termijn -

Het Klimaatplan en het INEK beschrijven het beleid voor de periode 2021-2030. Dat is er vooral op gericht om in 2030 -49% reductie t.o.v. 1990 te realiseren. Diverse maatregelen zullen ook bijdragen aan verdergaande reducties in de periode na 2030. Daarnaast zal aanvullend beleid voor de lange termijn nodig zijn. Dat beleid zal bovendien rekening moeten houden met toekomstige ontwikkelingen die ons voor nieuwe uitdagingen kunnen stellen. Daarom is een langetermijnoriëntatie in het beleid van belang. Het betreft ontwikkelingen en maatregelen op terreinen als technologie, sociale aspecten, financieel-economisch en de relatie met ander beleid. Enkele voorbeelden zijn de rol van hernieuwbaar gas, de ontwikkeling van gedrag, de prikkels die passend zijn om het bedrijfsleven klimaatvriendelijker te maken en hoe rekening kan worden gehouden met biodiversiteit.

Vraag 2: Welke onderwerpen (en uitdagingen) verdienen volgens u bijzondere aandacht van het klimaatbeleid met het oog op de periode 2030-2050 en waarom?
De Zorg en het Onderwijs. Beide omdat langdurig bezuinigd op is, terwijl ze onmisbaar zijn in een beschaafde samenleving. Goed opgevoede (met hoofd, hart, handen), verantwoordelijke, gewetensvolle, geinformeerde, en opgeleide burgers zullen dan deel uitmaken van lokale gemeenschappen en netwerken, en als zodanig elkaar kunnen ondersteunen en omzien naar elkaar. Financiele instituties die investeren in schadelijke (extractieve) industrieen en bedrijven bestaan niet of nauwelijks meer en/of zijn hard op weg om duurzame ondernemingen te zijn. Preventieve Zorg wordt gewaardeerd, en daarbij hoort een gezonde omgeving, zowel fysiek als sociaal. Ecologie, een schone groene gezonde omgeving en biodiversiteit zijn geen sluitposten meer bij de ontwikkeling en uitvoering van technologie, bedrijfs- en bouwplannen, maar juist het uitgangspunt.--> Dit moet de standaard grondhouding worden/zijn. De GDP gross domestic product als maatstaf is dan achterhaald en er worden andere maatstaven gebruikt voor het beoordelen van het welzijn van aarde en mensen. Earth care, People care, fair share= win win win.

Vraag4

- De verduurzaming van de gebouwde omgeving -

Woningen en andere gebouwen, zoals kantoren en scholen, gaan de komende 30 jaar verduurzamen. Dat betekent onder andere dat we niet meer op gas koken maar via inductie, en dat we onze huizen in de toekomst verwarmen via elektriciteit of duurzaam gas. Dat gaat geleidelijk en start in de wijken waar het aardgasnet vervangen moet worden, of waar aardgas nu al kosteneffectief vervangen kan worden door duurzame warmte, elektriciteit of duurzaam gas. Gemeenten voeren hierover de regie.

Tegelijk stimuleren we individuele woningeigenaren, verhuurders van woningen en eigenaren van andere gebouwen, zoals kantoren, nu al te starten met energiebesparende maatregelen, door op natuurlijke momenten van verbouwing of vervanging van de cv-ketel te kiezen voor isolatie en duurzamere verwarmingsopties. Tot 2030 zijn er subsidiemiddelen beschikbaar voor isolatie en warmte-installaties. De energiebelasting wordt aangepast zodat een sterkere prikkel ontstaat om te verduurzamen doordat investeringen in verduurzaming zich sneller terugverdienen. Voor individuele woningeigenaren zal het kabinet een breed palet aan aantrekkelijke financieringsmogelijkheden beschikbaar maken, waaronder gebouwgebonden financiering en een warmtefonds met aantrekkelijke voorfinanciering voor iedereen (ook voor degenen die nu geen financieringsmogelijkheden hebben).

Corporaties gaan afspraken maken over tussendoelen in 2030. Er worden een standaard en streefwaarden ontwikkeld om woningeigenaren en verhuurders handelingsperspectief te bieden.
Om ervoor te zorgen dat de energiekosten van meer huishoudens lager worden of niet onevenredig hard stijgen, moeten we ervoor zorgen dat het verduurzamen van woningen goedkoper wordt. Door de bij de Bouwagenda aangesloten partijen wordt de komende jaren gewerkt aan een kostenreductie van de verduurzaming van 20 tot 40%. Ter ondersteuning hiervan is inmiddels een ambitieus innovatie- en opschalingsprogramma gestart en het Bouw Techniek en Innovatie Centrum opgericht. Voor de gebouwen als kantoren, scholen en zorginstellingen komt er een streefdoel voor 2030 en een eindnorm in 2050. In routekaarten geven grote gebouweigenaren aan hoe ze toewerken naar het streefdoel en de eindnorm. De afspraken over de gebouwde omgeving vormen zo een samenhangend geheel.

Vraag 4: Welke aanvullende ideeën heeft u om de gebouwde omgeving te verduurzamen? En wat kunt u daar zelf aan bijdragen?
Duurzame bouw met aandacht voor natuurinclusief bouwen; geef ruimte voor en mogelijkheid tot ecobouw bv strobouw, zie https://www.iewan.nl/ en ecodorpen, zoals https://aardehuis.nl/nl/ en blijf groene gevels en groene daken stimuleren voor klimaatadaptatie en biodiversiteit. Beperk de ruimte voor verstening/verharding van de bodem bij particuliere tuinen bij nieuwbouw, informeer burgers waarom/waarvoor (vergroening, waterberging etc.). Maak ruimte voor niet-spoeltoiletten, zoals composttoiletten (lowtech) alsook vacuum- en andersoortige toiletten. Helofytenfilters zoveel mogelijk toepassen en nog bekender maken. Grootschalige aandacht voor alle duurzame en/of lowtechtechnieken die er reeds zijn en veel meer toegepast zouden moeten worden.

Vraag5

- De klimaatopgave in de landbouw -

In 2050 is de wereldbevolking gegroeid tot zo’n 9,5 miljard mensen. Om de aarde niet uit te putten, moeten we anders gaan consumeren en produceren. Een omschakeling is nodig waarin niet druk op de kostprijs van producten leidend is maar het streven naar voortdurende verlaging van het verbruik van grondstoffen en vermindering van de druk op onze leefomgeving. Dat betekent ook een andere inrichting van onze landbouw en landgebruik, zodat grondstoffen en hulpbronnen op een duurzame manier worden gewonnen en optimaal worden benut. Om tot zo’n circulair en klimaatneutraal landbouwsysteem te komen, hebben we een samenhangende aanpak nodig. De kabinetsvisie ‘Waardevol en verbonden’ en het realisatieplan van die visie bieden hiervoor een kader. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een betere verbinding tussen landbouw en natuur, een lager gebruik van niet-hernieuwbare grondstoffen en een beter verdienvermogen voor duurzaam werkende ondernemers. In het Klimaatakkoord zijn concrete maatregelen afgesproken die verbonden zijn met de kabinetsvisie. Boeren, tuinders, bedrijven en andere partijen in en rond landbouw en landgebruik staan nu voor de uitdaging om deze activiteiten in samenhang uit te voeren.

Vraag 5: Welke praktische ideeën heeft u om zoveel mogelijk samenhang aan te brengen tussen de uitvoering van de afspraken uit het Klimaatakkoord en de visie Waardevol en Verbonden?
True cost pricing, Permacultuur, CSA's, Voedselbossen, gemeenschapstuinen, ruimte voor het eetbaar maken van openbare groene ruimte. Voedselvoorziening zoveel mogelijk regionaal en lokaal maken, om transport te beperken.