Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit Wfsv teneinde de uitzondering op de herzieningssituatie voor de lage premie ten gunste van het Algemeen Werkloosheidsfonds te verbreden
Reactie
Naam
|
A Lam
|
Plaats
|
Alkmaar
|
Datum
|
2 augustus 2023
|
Vraag1
Ter internetconsultatie ligt een concept-Algemene Maatregel van Bestuur en daarbij behorende nota van toelichting voor. U kunt reageren op alle onderdelen.
Als je met een pakket aan maatregelen de arbeidsmarkt wilt hervormen, kijk dan meteen ook waar het wiskundig eenvoudiger kan. De voorgestelde wijziging van het Besluit Wfsv houdt twee discontinuïteiten in stand, en discontinuïteiten zijn een recept voor ongewenste bijwerkingen.
De eerste discontinuïteit is de grens van 30% uren overwerk. Een klein verschil in de hoeveelheid overwerk (bijvoorbeeld 30,1% in plaats van 29,9%) maakt een groot verschil voor de WW-premie (omdat het hoge in plaats van het lage tarief geldt). Ik kan me ergens wel voorstellen dat een groter percentage overuren minder vastigheid en dus een grotere kans op werkloosheid betekent, wat een hogere WW-premie rechtvaardigt. Ik kan mij echter niet voorstellen dat het verband discontinu is. Een grafiek van het gemiddelde aantal weken waarin iemand is aangewezen op een WW-uitkering als functie van het percentage overuren wanneer dezelfde persoon betaald werk heeft zal een vloeiende curve zijn, en in goede benadering een rechte lijn (de raaklijn aan die curve) rond 30% uren overwerk. Dus als het doel is om de WW-premie in evenwicht te laten zijn met de statistisch te verwachten WW-aanspraken van de werknemer, ligt het meer voor de hand om de WW-premie lineair te laten afhangen van het percentage overuren.
De tweede discontinuïteit is de grens waarboven de lage WW-premie geldt, onafhankelijk van het percentage overuren. Alleen al het feit dat het voorstel nu is om die grens te verleggen van 35 naar 30 uur illustreert dat aan zo'n discontinuïteit nadelen kleven, die nu dan gevoeld worden voor contracten van meer dan 30 maar minder dan 35 uur. Verlegging van de grens neemt niet het discontinue karakter ervan weg. Beter is ook hier lineariseren: maak de WW-premie lineair afhankelijk van het aantal vaste uren (hoe meer uren, hoe lager de premie).
Alles bij elkaar wordt de WW-premie dan:
A + B x P - C x V
met P het percentage overwerk, V het aantal contract-uren, en A, B en C zodanig gekozen constantes dat het totaal van alle premies in balans is met het totaal aan WW-uitkeringen, en de formule evenwichtig bijdraagt aan zowel zekerheid voor de werkenden als wendbaarheid voor de werkgevers.
Meer algemeen is het verstandig om alles wat met belastingen en uitkeringen te maken heeft zoveel mogelijk te lineariseren. Groot voordeel van lineaire verbanden is dat elke combinatie ervan ook weer lineair is. Dit maakt lineariseren een krachtig instrument om het stelsel te vereenvoudigen.