Besluit voorschriften keuzedelen

Reactie

Naam Hoornbeeck College (drs. W.L. Verweij)
Plaats Amersfoort
Datum 13 mei 2015

Vraag1

In het wijzigingsbesluit EKB WEB is opgenomen dat bij de examinering van keuzedelen dezelfde waarderingswijze geldt als voor de specifieke examenonderdelen (c.q. kerntaken).

Wat vindt u hiervan?
Dat (gegeven examinering van de keuzedelen) voor de examinering van het gehele programma dezelfde waarderingswijze wordt gebruikt bevordert de eenduidigheid en waarderen we op zichzelf positief.

Doordat keuzedelen worden gekoppeld aan een kwalificatiedossier zijn de mogelijkheden beperkt om keuzedelen tussen verschillende opleidingen en sectoren onderling uit te wisselen, terwijl die mogelijkheid juist wel zou aansluiten bij de doelstelling van keuzedelen. Daarbij gaat het onder meer om het flexibel inspelen op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, die een toenemend cross-sectoraal karakter krijgt. Juist keuzedelen zijn een mooi middel om de verbinding tussen sectoren tot stand te brengen, die we graag zouden benutten. Wat ons betreft worden betreft wordt de strikte koppeling tussen keuzedelen en kwalificatiedossiers daarom losgelaten.

Vraag2

In het huidige EKB WEB is nu voor de specifieke examenonderdelen de mogelijkheid opgenomen voor een eindwaardering in cijfers (van 1 tot en met 10) bij hantering van een tienpuntsschaal, of in woorden (een reeks van negen aangegeven woorden) bij hantering van een drie- tot en met een negenpuntschaal. Door instellingen is aangegeven dat zij ook graag bij hantering van een tienpuntsschaal de eindwaardering willen kunnen uitdrukken in woorden. Daarom is in het wijzigingsbesluit EKB WEB voor de eindwaardering een extra woord toegevoegd, zijnde ‘bijna voldoende’. Hiermee hebben instellingen de mogelijkheid om bij specifieke examenonderdelen (en straks ook bij keuzedelen) de eindwaardering uit te drukken in een cijfer van 1 tot en met 10 of in een reeks van tien woorden.

Wat vindt u van de toevoeging van het woord ‘bijna voldoende’ en van het feit dat een instelling straks tien in plaats van negen woorden kan gebruiken om een eindwaardering uit te drukken?
De toevoeging is voor ons niet noodzakelijk of belangrijk, maar ook niet problematisch.

Vraag3

In het besluit is opgenomen dat een deelnemer aan de examencommissie kan verzoeken tot het meenemen van het examenresultaat voor een keuzedeel waarin hij in het kader van een eerder door hem gevolgde beroepsopleiding examen heeft afgelegd, maar dat niet met goed gevolg door hem is afgesloten. Dit voorkomt dat de deelnemer zich nogmaals zou moeten inzetten voor hetzelfde keuzedeel, terwijl hij dit al heeft gevolgd en het examen heeft afgelegd en daarmee aan de aanvullende diplomavoorwaarde heeft voldaan.

Wat vindt u hiervan?
(NB Als het keuzedeel eerder wel met goed gevolg is afgesloten, kan vrijstelling worden gevraagd.)
Gegeven het feit dat een keuzedeel niet met goed gevolg hoeft te worden afgesloten en dat het betreffende keuzedeel al is gevolgd, is dit een voor de hand liggende lijn.

Vraag4

De Wet educatie en beroepsonderwijs bepaalt in artikel 7.2.3 dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat aan onderdelen van een kwalificatie of kwalificaties een certificaat is verbonden. Door het ministerie van Economische Zaken is dit al gedaan voor het groene beroepsonderwijs, door middel van het Besluit certificaten groen beroepsonderwijs en de Regeling certificaten groen beroepsonderwijs. Het wetsvoorstel Herziening kwalificatiestructuur mbo maakt het mogelijk dat er ook certificaten aan keuzedelen worden verbonden. In de brief Toekomstgericht mbo is aangekondigd dat ook voor het overige (zijnde niet-groene) deel van het beroepsonderwijs onderdelen van kwalificaties en keuzedelen worden aangewezen waarvoor certificaten uitgereikt kunnen worden. Dit besluit biedt de grondslag voor een ministeriële regeling waarbij onderdelen van kwalificaties en keuzedelen worden aangewezen waarvoor een mbo-instelling een certificaat mag uitreiken aan de deelnemer.
Met een certificaat kan een deelnemer, in het geval hij niet het diploma heeft behaald, aantonen dat hij wel een bepaald onderdeel van een kwalificatie of een keuzedeel heeft behaald. Dit kan op de arbeidsmarkt of bij een vervolgopleiding nut hebben, bijvoorbeeld voor vrijstellingen, of om bepaalde beroepshandelingen uit te mogen oefenen.

Wat vindt u hiervan?
(U hoeft hier geen concrete ideeën te geven van onderdelen van kwalificaties en keuzedelen waaraan u graag wilt zien dat een certificaat wordt verbonden. Hierover wordt de SBB om een advies gevraagd.)
We vinden dit een goede vorm van het erkennen van deelcompetenties en bieden van maatwerk.

Vraag5

Heeft u nog overige opmerkingen bij het ontwerp-wijzigingsbesluit?
1. In het besluit wordt onder meer de omvang van de keuzedelen geregeld. In dat verband vragen we aandacht voor de bijzondere positie van de opleiding verpleegkunde. Deze opleiding heeft namelijk te maken met de vereisten van de wet BIG. Als hier de reguliere keuzedeelverplichting bij zou komen, wordt de opleiding verpleegkunde wel erg zwaar. Dat is ook niet nodig, omdat binnen het forse reguliere programma al kan worden gekozen voor een flexibele invulling.
2. Er is een discussie over de relevantie van keuzedelen voor BBL-opleidingen. Aan een arbeidsmarktgerichte invulling van de opleiding wordt immers al ruimschoots voldaan door de praktijkcomponent in de opleiding. Daarnaast zijn keuzedelen bij BBL-opleidingen moeilijker te organiseren. De suggestie om keuzedelen voor het BBL niet op school te geven, maar in de praktijk te laten uitvoeren. De consequentie hiervan (aparte keuzedelen voor BBL en BOL) is volgens ons niet wenselijk. Daardoor wordt het aanbod te versnipperd. Wel is het goed het aanbieden van keuzedelen in BBL-opleidingen als zodanig te heroverwegen.
3. In het besluit wordt geregeld dat keuzedelen moeten worden aangeboden en geëxamineerd, maar dat de uitslag van het examen niet meetelt voor het behalen van het diploma. Deze constructie vinden we vanuit pedagogisch en onderwijskundig motief onwenselijk. Er zullen zeker motivatieproblemen optreden. Als er keuzedelen verplicht worden gesteld, dan moeten ze volgens ons ook volwaardig meetellen. Als daarvoor niet wordt gekozen (en daar zijn zeker redenen voor), is volgens ons een veel beter alternatief om de vrije ruimte in stand te houden, zodat het betreffende deel van het curriculum door de instellingen zelf, ook in relatie tot de regio, op een eigen en meer motiverende manier kan worden ingevuld. Wij bepleiten deze ruimte sterk.
4. De betekenis van keuzedelen zal aan waarde winnen als het ook mogelijk wordt om “particuliere keuzedelen” aan te bieden, zoals een Nima diploma of een Cambridge certificaat.